Een dubbelinterview als ik bij De Groot Uitvaart binnenstap. Een beetje gemengde gevoelens ook, want hier zijn mijn beide ouders aan hun laatste reis begonnen. Vandaag zit ik om tafel met de drie broers De Groot en de echtgenote van Jan – tevens charmante secretaris van onze club – Marianne.
De Groot & De Groot
“Tja,” steekt Henk de Groot – teammanager van Huizen 1 en directielid van De Groot Uitvaart – van wal als ik vraag hoe het gezin er uit zag waar ze in opgegroeid zijn. “Een vader, een moeder en drie broers, geen zussen. Mees is de oudste, Jan de jongste en ik zit daar tussenin.”
“Vader was al actief bij Huizen, hij was jeugdleider en deed iets wat je nu denk ik wedstrijdsecretaris jeugd zou noemen,” vult Jan aan. “Dat heeft hij zeker een jaar of tien, vijftien gedaan. Hij vertegenwoordigde de hele jeugd. Voor wat betreft zijn werk was mijn vader net als wij actief als assurantiekantoor en uitvaartonderneming. Daarvóór is hij ook nog loodgieter geweest. Ook hij had het bedrijf van zijn vader overgenomen. Moeder zorgde voor het gezin, een ‘warm’ gezin, dat zeker.”
De Uitvaartondernemer
“Ik ben in mijn carrière als leerkracht weinig kinderen tegengekomen die aangaven ‘doodgraver’ te willen worden…” houd ik Henk voor die samen met broer Mees de uitvaarttak van De Groot bestiert.
“Nou, dat wilde ik dus aanvankelijk ook niet!” lacht Henk. “Ik wilde eigenlijk alles behalve dit! Na de HAVO ben ik wel begonnen met een opleiding in de verzekeringen, maar dat hield ik maar vier maanden vol en ben ik bij de vader van Mees Visser (mijn ome Jan) bij het Kaasgilde gaan werken.
Daarna ben ik in een sigarenzaak aan de Havenstraat gestapt. Daar heeft Marianne overigens ook nog in gewerkt! Ik was dus aanvankelijk de enige die niet in het familiebedrijf werkzaam was en inmiddels was Jan zich toch al meer op het verzekeringswerk gaan toeleggen. Mees werkte in beide bedrijfstakken. Dat tabakszaakje – waar iedereen zijn ziel en zaligheid met me kwam bespreken –vormde zo de opmaat voor mij om ook in de zaak te komen, want hoe gek dat ook klinkt: het had veel raakvlakken met elkaar. Zo ben ik uiteindelijk toch in het familiebedrijf terecht gekomen…”
“Dan moet je je eerste lijk gaan ‘bezorgen’. Dat lijkt me toch een morbide ervaring…”
“Nou, dat viel wel mee. We waren natuurlijk al het een en ander gewend via mijn vader. Je had het bij wijze van spreken al aan de keukentafel meegemaakt en had natuurlijk al het een en ander voorbij zien komen. Omdat je er van kleins af aan mee geconfronteerd wordt, krijgt ‘de dood’ dan een heel andere lading.”
De Assurantiespecialist
“Verzekeringsagent hoorde ik ook weinig kinderen roepen…”
“Het sprak mij gewoon wel aan. Ik heb altijd gevoel voor cijfers gehad en het bedrijf zat nou eenmaal al in de familie. Maar ik had vanaf de middelbare school al het gevoel dat ik iets in deze richting zou gaan doen. Aanvankelijk wilde mijn vader dat we kozen voor ‘alles-of-niets’: én begrafenissen én verzekeringen. Dus aanvankelijk begon ik in beide bedrijfstakken.
Door de groei van Huizen en de beide bedrijfstakken werden we uiteindelijk toch gedwongen die splitsing tussen assurantie en uitvaart aan te brengen. Na het overlijden van mijn vader kwam die splitsing nog verder in een stroomversnelling.”
“Waar staat De Groot assurantiën over tien jaar?”
“Da’s ’n interessante vraag. Ik heb niet echt de indruk dat onze dochters ambities hebben om in onze voetsporen te treden. Gelukkig is het wel een vak waarin je heel lang door kunt werken. Opa werkte door tot dik in de zeventig en ik vind het zelf ook nog heel leuk om dit werk te doen. Ik heb dan ook nog geen plannen om uit het vak te stappen. Ik hoef verder geen mensen aan te sturen, dus dat geeft ook een stukje ‘rust’.
Of mijn dochters de zaak straks toch overnemen?
Nee, dat denk ik niet. Maar goed: Henk had er aanvankelijk óók geen trek in en mijn dochters zijn nog erg jong, dus je weet maar nooit! Daarbij verandert er erg veel in de assurantiebranche, dus is het moeilijk zover vooruit te kijken.”
De Splitsing
Henk vertelt: “De tijdgeest vereiste meer specialisme. Ik had inmiddels wel door dat de cijferkant voor mij niks was, Mees had de zaak al lang dubbel gedraaid en Jan had een duidelijke voorkeur juist vóór die cijfers. Vader zag op een gegeven moment ook wel in dat ‘samen’ draaien eigenlijk niet meer ging en werd zelf ook al meer en meer de uitvaartondernemer en steeds minder de verzekeringsman. We zaten aanvankelijk in deze twee panden en hebben er later een middenstuk tussen laten zetten om beide panden te verbinden. We hebben wel intern het een en ander moeten verschuiven qua werkruimtes en hebben we uiteindelijk besloten de assurantietak in een apart gebouw te huisvesten.”
Personeel
“Bij mij werkt Marianne en daarnaast heb ik nog een ZZP’er die ik inhuur,” geeft Jan aan als ik naar de personele bezetting van beide kantoren vraag.
“Bij de uitvaart werken Mees en ik en mijn echtgenote Harma voor de administratieve ondersteuning,” vult Henk aan. “Daarnaast hebben we nog Ellen die uitvaartleidster is en ons verder ook de nodige ondersteuning geeft. We huren verder gespecialiseerde krachten in voor de overige werkzaamheden.
Persoonlijke aandacht
“Waarin onderscheidt De Groot Assurantie zich van andere assurantiekantoren?” leg ik Jan voor.
“Nou, niet in iets specifieks,” reageert Jan bescheiden. “We zijn gewoon een allround assurantiekantoor dat verzekeringen en hypotheken aanbiedt. We hebben wel erg korte lijnen met onze leveranciers en onze verzekeringnemers, dat maakt het zeer persoonlijk. Als je ons belt krijg je geen ‘Kies één als u..’ enzovoorts. Meestal krijg je gewoon meteen een van ons aan de lijn. Wij kennen de meeste van onze klanten persoonlijk en we weten ook meteen alle ins en outs. Uit en te na de focus op persoonlijke aandacht voor onze klanten, dat mag je van ons verwachten. Belangrijk is ook dat we niet gebonden zijn aan één of meer verzekeraars of geldverstrekkers, dus we kunnen altijd de juiste verzekering of hypotheek, passend bij de klant, adviseren!
We hebben goede pakketten met goede premies en goede voorwaarden.”
“Waar je bij de ‘grote’ maatschappijen vaak in een wachtrij komt te staan of het moet stellen met een vorm van ‘selfservice’ daar krijg je hier gewoon 100% persoonlijke aandacht en word je compleet ontzorgd,” vult Henk zijn broer nog even aan.
Toegankelijkheid
“Wij willen voor iedereen toegankelijk zijn, voor iedere portemonnee, voor ieder ras, kleur of religie, wij staan gewoon voor iedereen klaar! Wij willen iedereen een uniek en persoonlijk afscheid geven, geen dertien in het dozijn uitvaarten. Natuurlijk kom je wel vaak dezelfde elementen tegen, maar iedereen heeft de keuze de uitvaart in te richten zoals hij of zij dat graag zou willen zien. Wij vinden het prettig daar een rol in te kunnen spelen en mensen te adviseren, te helpen en te ondersteunen. Maakt dat ons uniek? We hopen van niet, want eigenlijk zou iedere uitvaartonderneming dat voor ons gevoel voorop moeten stellen.”
“Mij viel de nazorg op die ik ontving na de uitvaart van mijn moeder…”
“Dat zou kunnen. Wij vinden die nazorg heel normaal en merken ook dat dat heel erg gewaardeerd wordt. Die nazorg kan bestaan uit gewoon even napraten over de uitvaart, maar het kan ook veel dieper gaan: wij hebben daar iemand voor ingehuurd die gespecialiseerd is in rouwverwerking.
“Ik neem aan dat jullie ‘Waarheen, waarvoor’ inmiddels niet meer kunnen hóren…?”
“Haha, dat heb ik zeker in de beginjaren regelmatig voorbij horen komen,” lacht Mees. “Zeker in het begin waren de waarden rond de uitvaart traditioneler en sterker religieus getint. De laatste jaren werd de eigen inbreng van de familie steeds sterker en de muziekkeuze daarmee gevarieerder. We begeleiden de mensen daarbij dan wel en bekijken in samenspraak mét de familie of de wensen wel haalbaar zijn en of het zo zal uitpakken als de familie het zich heeft voorgesteld.”
“Is het wel eens voorgekomen dat jullie iets pertinent geweigerd hebben?”
“We hebben één keer een uitvaart gedaan waarvan we hebben wij tegen elkaar gezegd dat we daar niet meer aan willen beginnen, maar verder hebben we van alles meegemaakt: van ‘De vlam in de pijp’ van Henk Wijngaard voor een vrachtwagenchauffeur tot een doedelzakspeler waarbij alle aanwezigen begonnen te klappen en te stampen, hetgeen in Schotland gebruikelijk is. Dat is best wel indrukwekkend en dat zijn dan ook dingen die je bij blijven. Maar ook een uitvaart vanaf een boot in de Amstel, of iemand op zijn eigen vrachtwagen, er is tegenwoordig veel wat gelukkig kan en daar hebben we dus geen moeite mee…”
s.v. Huizen
“Van huis uit betrokken bij de s.v. begrijp ik…”
“Ik ze nog het rode contributiedoosje op het plankje staan,” lacht Mees. “Samen met Kees van Garderen was hij wedstrijdsecretaris, jeugdleider. Dan mocht ik mee met de A1 naar een toernooi in Spakenburg. Ik raakte geen knikker, maar ik vond het prachtig!”
“Iemand van jullie nooit overwogen om bij bijvoorbeeld de Zuidvogels te gaan voetballen?”
“Nee! Kunnen we ook een vraag wissen?” lacht het gezelschap. Dan geeft Jan schoorvoetend toe: “Ik ben wel een jaar of twee bij Eemnes gaan voetballen vanwege een ‘verschil van inzicht’ met mijn toenmalige leider. Maar daarna toch weer terug naar Huizen als jeugdleider. Momenteel ben ik vooral supporter van mijn dochter. Verder doe ik heel voorzichtig wat aan sponsorwerving voor de nieuwe damestak.”
“Teammanager!” verbetert Henk me als ik hem elftalleider noem. “Uiteraard heb ik zelf ook bij Huizen gevoetbald, jarenlang deel uitgemaakt van de clubbladredactie, heb in het bestuur van de businessclub gezeten, het wedstrijdblaadje gemaakt – dat had ik overgenomen van Rien van Wessel. Ik ben daarmee gestopt toen er dingen binnen de club gebeurden waarin ik mezelf en de club niet langer herkende. Gelukkig hebben we die periode nu achter ons gelaten en nu ben ik dus weer actief. Nee, ik heb geen verdere ambities op dat gebied, ik ben zo prima op mijn plek!
Een club staat of valt toch met hoe het eerste presteert. Dat merk je ook aan de publieke belangstelling.”
“Marianne de Groot is secretaris bij s.v. Huizen. Hoe is dat zo gekomen?”
“Ik werd in februari benaderd of ik die functie wilde gaan invullen. Annelies van Esterik had aangegeven dat ze wilde stoppen en toen klopten ze bij mij aan. Nee, ik had nooit ambities in die richting uitgesproken, maar het bevalt goed! Ik vind het leuk, uiteraard ook niet alles, maar door de bank genomen ben ik blij dat ik ‘ja’ gezegd heb! Nee, haha! Ik heb geen verdere ambities om voorzitster te worden of zo, ikke niet!”
“Samen met Hans Jongerden en Daan Weggemans ben ik in die lastige periode waar Henk het net over had, lid van het bestuur geweest,” legt Mees uit “De vereniging verkeerde in die periode in zwaar weer en we hebben op het punt gestaan het bijltje er bij neer te gooien. Gelukkig hebben we dat toen niet gedaan en nadat Evert van der Roest aan boord was gekomen hebben we die kar uit het slop weten te trekken. Dat was een periode die ik niet licht zal vergeten! Toen de zaak weer vlot was getrokken heb ik me netjes teruggetrokken en momenteel heb ik geen officiële functies meer binnen de club.”
“Wat doet Huizen goed voor haar sponsors?”
“Dit interview! Gewoon je sponsors kietelen. Daar ligt overigens ook altijd nog ruimte voor verbetering,” merkt Henk op.
“Ja, je krijgt netjes uitnodigingen voor de wedstrijden en voor speciale wedstrijden nodigen ze nog eens extra uit,” vult Jan aan. “Het is wel zaak dat we niet alléén naar het eerste kijken, maar ook de geledingen daaronder goed in het oog houden. Bij de meiden krijgt de leider nog wel eens een zak met zachte ballen mee. Daar moeten we als club denk ik toch wat alerter op zijn!”
En met: “Of je nou een trekker door de kleedkamers haalt, de lijnen krijten, de hoekvlaggen ophalen na de wedstrijden, de ballen oppompen, hoe klein de taak ook is, de club kan alleen bestaan bij de gratie van dit soort vrijwilligers. Dat moeten we als club vooral blijven waarderen en die waardering ook uitspreken dan blijft het leuk om voor de club bezig te zijn,” sluit Henk het interview af.
Een echte Huizer familie met twee echte Huizer familiebedrijven, sponsors met hart en ziel. Ook dáár moeten we zuinig op zijn!